Go to table of contents Go to magazine home page Go to Swift home
 
 

 

Abstract  

In the Netherlands the first Common Swifts (Apus apus) arrive in the second half of April. Most breeding Swifts arrive during the first two weeks of May. Departure is also concentrated and takes place during the second half of July and the first week of August. In general adult breeding Swifts stay for only 3 months in the Netherlands.

 

This short period is probably related to the presence of flying insects in Africa. This in turn is related to rainfall in the Inter-tropical Convergence Zone (or ITCZ).

 

The author is an experienced birdwatcher and lives in Noordwijk, a village along the North Sea coast close to Leiden. He has observed groups of migrating Common Swifts on only three occasions.

 

The first was in the second half of May 1992. From the 14th of May until the beginning of June, the winds, running at 5 to 6 on the Beaufort scale, blew from the East. Because of this, groups of migrating birds on their way to Scandinavia were forced into a small front close to the coast. Observations from the 24th of May were spectacular, with the culmination on 27th of May. Between 07.30 and 08.00 hours that day, 205 migrating Swifts were counted above the coastal dunes of Noordwijk.

 

The second observation took place on the Frisian Island of Vlieland on the 5th and 6th of September 1998. Saturday September the 5th started with heavy rainfall. At 14.00 hours the rain stopped and the wind turned to the North. Groups of Swifts came in from the North Sea and flew along the shoreline in a southwesterly direction. Next day, at the end of the morning, between 1,000 and 1,500 Swifts passed Vlieland in a southwesterly direction. We assumed that these birds had set off from Scandinavia.

 

The third and most recent observation was also the most spectacular. It took place above Noordwijk on the 8th, 9th, and 10th of August 2004. Sunday August the 8th was sunny, with a light East wind. From 20.25 hours the author and his wife counted 2,856 Common Swifts passing the coastal dunes of Noordwijk.

 

Monday August the 9th was even better. It was still sunny with a moderate wind blowing from the East-South-East. That evening 3,882 Common Swifts were counted above Noordwijk, mostly between 21.15 hours and 21.30 hours. This spectacular migration was also observed by birdwatchers at other locations along the Dutch coast.

 

On August the 9th most Swifts from the local breeding population had already left Noordwijk. Their departure lasted until the 5th of August 2004.

 

In Falsterbo (SW Sweden) strong migration of Common Swifts was recorded between the 15th and 20th of August, these being most probably non-breeding Swifts. In Scandinavia the breeding season lasts until the end of August. Therefore we assume that the Swifts migrating on the 8th, 9th, and 10th of August originated from Denmark and Northern Germany.

- Hans Remmen and Edward Mayer

 
  

JELLE VAN DIJK:

Gierzwaluwentrek

 

Gierzwaluwen zijn echte trekvogels. Eind april komen de vogels terug uit Afrika en in de nazomer verlaten alle Gierzwaluwen weer ons land. Verder zijn er weinig trekvogels waarvan aankomst en vertrek in zo'n korte periode plaatsvinden. Na wat vroege vogels eind april verschijnt het merendeel van de broedvogels in de eerste twee weken van mei. Het vertrek vindt geconcentreerd plaats in de tweede julihelft en de eerste augustusweek. De volwassen Gierzwaluwen hebben dan nauwelijks drie maanden in ons land doorgebracht.

 

De korte verblijfsduur heeft vermoedelijk veel te maken met de situatie in Afrika. Op plaatsen waar tropische regens vallen, raakt de lucht vol met insecten. Voor Gierzwaluwen een ideale situatie. De zone waarin deze regens vallen (de Intertropical Convergence Zone, ITCZ) trekt na januari vanaf de zuiderkeerkring noordwaarts. Als deze zone in april met een behoorlijke vertraging de Sahelzone ten zuiden van de Sahara nadert, vliegen de Gierzwaluwen snel noordwaarts de ITZC voorbij om binnen enkele weken hun broedgebieden in Europa te bereiken. In juli keert de ITCZ weer langzaam zuidwaarts en kort daarna haasten de Gierzwaluwen zich om weer bij de ITCZ aan te sluiten, hoe mooi de zomer in West-Europa ook mag zijn.

 

Trek van Gierzwaluwen wordt meestal alleen vastgesteld na twee constateringen: de ene dag zijn ze er niet en de volgende dag zijn ze er wel (of omgekeerd). Groepen trekkende vogels zoals we die in Noordwijk zo goed kennen van najaarstrekkers als Spreeuw, Vink en Kramsvogel, zien we bij de Gierzwaluw maar zelden. In de jaren dat ik op vogels let, en dat zijn er inmiddels heel wat, heb ik slechts driemaal flinke groepen Gierzwaluwen voorbij zien komen.

 

De eerste maal was in de tweede helft van mei 1992. Op 14 mei draaide de wind naar het oosten en tot begin juni bleef de wind uit die hoek waaien, op veel dagen met windkracht 5 tot 6 Beaufort. Hierdoor dreven nogal wat vogels die normaal gesproken over een breed front naar Scandinavië trekken af naar de kust van de Noordzee. Dit leidde tot spectaculaire waarnemingen, met name vanaf 24 mei. In de Noordduinen werden Grauwe Klauwier en Roodmus gezien. Over Noordwijk trokken Roodpootvalken en Wespendieven in niet eerder getelde aantallen. Ook werden nogal wat Boomvalken en een enkele Zwarte Wouw opgemerkt. In de derde mei-decade trokken ook dagelijks tientallen Gierzwaluwen over de duinen. Het hoogtepunt werd op 27 mei bereikt toen in een half uur (7.30-8.00u) 205 Gierzwaluwen over de trimbaan trokken. Ongetwijfeld ging het hierbij om Scandinavische broedvogels die westwaarts waren gedreven. In Zuid-Noorwegen arriveren de Gierzwaluwen omstreeks 20 mei en bij Trondheim (Midden-Noorwegen) vindt de aankomst pas begin juni plaats.

 

Van de tweede waarneming waren velen getuige, want deze vond plaats tijdens het waddenweekend van 5 en 6 september 1998 op Vlieland. De zaterdag begon met zoveel regen dat niet iedereen voor een nat pak koos door naar het Posthuis te fietsen. Om 14.00u werd het droog en bij een zwakke noordelijke wind werd het zeer helder. Vanaf de zeereep konden we toen waarnemen dat groepjes Gierzwaluwen recht uit zee kwamen en aangekomen op Vlieland aan de landzijde van de zeereep verder vlogen, vooral in zuidwestelijke richting.

 

Op zondagmorgen was dit verschijnsel weer waar te nemen. Aan het eind van de morgen vlogen er naar schatting zo'n 1000 tot 1500 Gierzwaluwen boven Vlieland. De volgende dag zag Jan Jacobs boven Noordwijk nog een groep van 25 ex. passeren, ongewoon veel voor een septemberdag in Noordwijk.

 

Bij deze waarneming ging het hoogstwaarschijnlijk om Gierzwaluwen uit Scandinavië. Het broedseizoen begint daar immers later en eindigt dus ook later dan bij ons. De meest recente waarneming van trekkende Gierzwaluwen was meteen ook de meest spectaculaire: 8, 9 en 10 augustus 2004 boven Noordwiik.

 

Zondag 8 augustus was een prachtige, zonnige dag met een oostenwindje. Overdag vlogen er aardig wat roofvogels over. Zo zagen Coby en ik vanaf ons terrasje in Duinpark in enkele uren 7 Buizerds, 2 Bruine Kiekendieven en l Wespendief overkomen. Om 20.25u belde Jan Jacobs met de mededeling dat er behoorlijk wat Gierzwaluwen over zijn huis trokken. Hierop gingen wij direct naar de bank op het hoge duin aan de Northgodreef. Coby nam de binnenduinrand voor haar rekening en ik lette op de Gierzwaluwen die over de trimbaan en de zeereep vlogen.

 

Dit leverde in één uur tellen 2856 exemplaren op. De helft hiervan passeerde in de laatste 20 minuten! Op maandag 9 augustus was het nog steeds zonnig bij OZO-4. Vanuit de zeetrekhut zagen we in de ochtend 24 Gierzwaluwen in twee uur passeren. Gelet op de ervaringen van de vorige dag gingen we ditmaal wat vroeger (19.30u) op het hooggelegen bankje zitten.

 

De trek was aanvankelijk nog zo zwak dat we alle gelegenheid hadden rustig koffie te drinken. Na 20.00u werd het wat drukker en telden we 580 ex. in een half uur. Het volgende kwartier leverde slechts 46 ex. op en we dachten al dat het deze avond niets meer zou worden.

 

Dat bleek een misvatting te zijn want om 20.45u barstte de trek werkelijk los. Vooral tussen 21.15 en 21.30u was sprake van een ononderbroken stroom Gierzwaluwen over de trimbaan en de zeereep.

 

Dit bracht het totaal van deze avond op 3882 exemplaren. Hein Verkade telde op deze dag boven Noordwijk-Binnen 94 ex tussen 20.50 en 21.50u, een teken dat de trek vooral sterk gestuwd langs de kust verliep.

 

Op 10 augustus tenslotte werden nog 96 trekkende Gierzwaluwen vanuit de zeetrekhut gezien (7.00- 9.45u). In de middag sloeg het weer om en in de avonduren was er geen enkele Gierzwaluw meer te zien.

 

Dat deze spectaculaire trek niet tot Noordwijk beperkt bleef, bewijzen tellingen die van het internet werden geplukt.

 

Eerst enkele tellingen van 9 augustus:

 
Almere (19.30-21.30u) - 294 ex.
Wageningen (18.30-21.30u) - 186 ex.
Middelbeers (N-Br.) (6-10u) - 543 ex.
Kijkduin (20-22u) - 4700 ex.
   
Enkele tellingen van 10 augustus:  
Afsluitdijk (6-8.30u) - 125 ex.
Langevelderslag (7-llu) - 556 ex.
Wageningen (6-13u) - 453 ex.
Westkapelle (7.30-10.45u) - 1103 ex.

 

Toen de spectaculaire trek op 9 augustus begon, hadden de Noordwijkse broedvogels op een enkeling na ons dorp al enkele dagen verlaten. De trektellers van Falsterbo (Zuid-Zweden) noteerden in 2004 sterke trek tussen 15 en 20 augustus. Het zal hierbij vooral om niet-broedvogels zijn gegaan, omdat het broedseizoen in Scandinavië tot eind augustus duurt.

 

De enorme golf Gierzwaluwen boven Noordwijk zal dus vrijwel zeker niet uit Zweden afkomstig zijn geweest.

 

Gelet op het moment van wegtrekken van de Nederlandse broedvogels (tot 5 augustus 2004) en de wegtrek vanuit Zweden (vanaf 15 augustus 2004) werd de trekgolf van 8, 9 en 10 augustus vermoedelijk veroorzaakt door broedvogels uit Denemarken en Noord-Duitsland. Hoe het ook zij, het was een ongelooflijk schouwspel!

 

Tenslotte nog even iets over een trekverschijnsel dat alleen bij Gierzwaluwen is waar te nemen. Boven plaatsen met broedende Gierzwaluwen bevinden zich ook altijd flink wat niet-broedende vogels.

 

Deze komen later aan en trekken ook eerder weg. Als het in juni of juli dagen achtereen slecht weer is, ondernemen deze vogels soms reizen van honderden kilometers om in gebieden met betere weersomstandigheden en dus met meer voedsel te komen. Na enige dagen trekken ze dan weer terug naar de kolonies waar ze vandaan kwamen.

 

Het kan hierbij om groepen van vele duizenden vogels gaan. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Ottenby in Zweden waar op 3 juli 1947 naar schatting 40000 Gierzwaluwen werden geteld. Onder de gevangen vogels waren vogels die het jaar daarvoor in Noorwegen waren geringd. Ook in Midden-Europa is dit verschijnsel vastgesteld. Zo werden in 1968 in Basel tijdens heel slecht weer veel dode Gierzwaluwen gevonden.

 

Gelukkig bleken nogal wat van deze Gierzwaluwen geringd te zijn. De meeste kwamen uit het Duitse Rijndal en waren 350-460 km van huis. Er was zelfs een Nederlandse Gierzwaluw bij.

 

 

References

Glutz von Blotzheim U.N. & Bauer K.M. 1980. Handbuch der Vogel Mitteleuropas. Band 9. Akademische Verlagsgesellschaft. Wiesbaden.

(Printed 2005 in De Strandloper. Republished with permission.)

© APUSLife 2006, No. 3063
ISSN 1438-2261


  Go to table of contents Go to magazine home page Go to Swift home